Libellen hebben een onvolledige gedaanteverwisseling – ze ontwikkelen zich van ei tot imago via een aantal larvale stadia, maar zonder popstadium. Aangezien de larve in het water leeft en de imago daarbuiten, vindt echter ook bij libellen een opvallende verandering van het uiterlijk plaats (figuur 1). Dit gebeurt bij het uitsluipen, waarbij de larve het water verlaat en voor het laatst vervelt, nu tot imago. Kennis van de ontwikkeling en bouw van libellen is nodig om te begrijpen hoe zij overleven. Hoe wordt een waterbeestje een vliegend dier? Hoe komt de paring tot stand? Hoe worden eieren in plantenweefsel afgezet? In dit hoofdstuk staat de samenhang tussen morfologie en levenscyclus centraal. Niet elk onderdeel van het libellenlichaam wordt beschreven, maar wel de lichaamsdelen met kenmerken die de groepen binnen de Odonata onderscheiden. Een gedetailleerde benoeming van de lichaamsonderdelen van de imago staat in hoofdstuk 6.