2014
Ontdekking van een populatie Rivierrombout (Gomphus flavipes) op het Albertkanaal (België), een van de drukst bevaren kanalen van Europa, en een overzicht van de status in West- en Midden-Europa
Publication
Publication
Brachytron , Volume 2014 - Issue 1 p. 3- 17
De Rivierrombout (Gomphus flavipes) is een typische soort van grote rivieren. Door een verslechtering van de waterkwaliteit ging ze zo sterk achteruit ging dat ze uiteindelijk in grote delen van West- en Midden-Europa verdween. Sedert begin jaren ’90 van de vorige eeuw werd de Rivierrombout teruggevonden in verschillende rivieren, eerst in Nederland en Duitsland, waaronder de Rijn. De eerste waarneming van de Rivierrombout uit België dateert uit het jaar 2000 en is afkomstig van de Grensmaas. De jaren daarop werd de soort nog verschillende keren waargenomen langs de Grensmaas, maar nooit werden larvenhuidjes gevonden. Sinds 2002 zijn er verschillende waarnemingen bekend uit de provincie Antwerpen, waarbij de aanname steeds was dat dit zwervende exemplaren betrof afkomstig van de Maas of de andere grote rivieren in Nederland of van de Rijn in Duitsland. In juli 2012 werd een populatie van de Rivierrombout ontdekt op het Alberkanaal in de provincie Antwerpen. Op 28 juli 2012 werd een recent uitgeslopen mannetje waargenomen langs het Albertkanaal te Broechem. Ook de dagen daarop werden verschillende individuen geobserveerd. Op 6 augustus werd uiteindelijk het eerste larvenhuidje gevonden. Gericht zoekwerk in de periode 6-12 augustus 2012 resulteerde in de vondst van 70 larvenhuidjes op het Albertkanaal tussen het sluizencomplex van Wijnegem en de brug over het kanaal te Grobbendonk, alles samen een afstand van 9,5 km. De gemiddelde dichtheid van het aantal gevonden larvenhuidjes per traject met larvenhuidjes bedroeg 1,2 per 100 meter (minimum 0,1; maximum 3,3). De sekse ratio was 1:0,6 en dit in het voordeel van de vrouwtjes. Deze verhouding is normaal voor populaties van Gomphiden, maar kan ook het gevolg zijn aan het vrij late tijdstip in het jaar waarop wij huidjes verzamelden en het gegeven dat bij libellen de mannetjes meestal de eersten zijn die uitsluipen. Het uitsluipsubstraat was volledig artificieel. De meeste huidjes werden gevonden op de schuine betonplaten en in mindere mate ook op verticale oppervlakken zoals loodrechte wanden of perkoenpalen.Op basis van meerjarig onderzoek op andere locaties in Europa schatten we dat de populatie langs het Albertkanaal uit minimaal 200 dieren moet bestaan. Deze vondst van een vrij grote populatie op een van de drukst bevaren kanalen in Europa is vrijwel uniek te noemen en draagt bij tot een nieuw inzicht in de potentiële verspreiding van deze soort in Vlaanderen. Mogelijk zijn meer kanalen in Europa geschikt als voortplantingsbiotoop. Enkel in Noord-Italië plant de Rivierrombout zich ook voort in relatief kleine (tot vijf meter breed) kanalen, vooral irrigatiekanalen voor de rijstvelden. Deze zijn niet te vergelijken met het Albertkanaal. Deze lokale shift in habitatvoorkeur van rivieren naar kanalen met betonnen oeverplaten past vermoedelijk in de recente toename van de soort in West-Europa.
Additional Metadata | |
---|---|
, , , , , , , , , , , | |
Brachytron | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie |
G. De Knijf, T. Adriaens, R. Vermylen, & P. Van der Schoot. (2014). Ontdekking van een populatie Rivierrombout (Gomphus flavipes) op het Albertkanaal (België), een van de drukst bevaren kanalen van Europa, en een overzicht van de status in West- en Midden-Europa. Brachytron, 2014(1), 3–17. |