Waar bij Lobith de Rijn Nederland binnenkomt, ligt een aaneenschakeling van uiterwaarden en oude polders, omgeven door de stuwwallen van Nijmegen en Montferland. Een grensoverschrijdend gebied, dat wordt aangeduid als ‘De Gelderse Poort’. Het betreft buitendijkse gebieden als de Rijnuiterwaarden van Arnhem tot voorbij het Duitse Emmerik en de Waaluiterwaarden van Nijmegen tot Millingen. Binnendijks liggen gebieden als Rijnstrangen, Ooijpolder en Duffelt. In zowel nationaal als internationaal opzicht een interessant natuurgebied dat nu ten volste uitgelicht wordt in het boekwerk ‘Land van levende rivieren’. ‘Land van levende rivieren’ opent met een uitgebreide stap terug in de geschiedenis. Hoe oerkrachten het rivierenlandschap vormden, waarbij de auteurs thema’s uitlichten, zoals de verschillende soorten stenen die op de rivierstranden te vinden zijn, kwelwater, en dit alles rijkelijk geïllustreerd met (historisch) beeldmateriaal. Vervolgens wijdt men uit over hoe de mens deze oerkrachten ontkrachtte met inpoldering, waterbeheer, de impact van de agrarische revolutie op het landschap en alle veranderingen die door toedoen van de mens in het rivierenlandschap plaatsvonden. Daarna komt vanzelfsprekend de kern van de zaak en dat is de invloed van natuurbeheer en natuurontwikkeling, de kansen die de natuur geboden wordt in De Gelderse Poort. Dat gebeurt aan de hand van beschrijvingen van wat er aan ingrepen heeft plaatsgevonden om het rivierwater meer ruimte te bieden, om moeras te ontwikkelen en om uiterwaarden natuurlijker te beheren. Ook gebeurt dit aan de hand van diverse soorten en soortgroepen, waarbij de vogels toch ver in de meerderheid zijn. Het succes van alle recente ‘natuurbouw’ wordt vooral geschetst aan de hand van verschillende pioniersoorten, waarbij het maar de vraag is hoe succesvol één en ander op de lange termijn zal zijn. Wat dat betreft, komt dit boek wellicht te vroeg. Wat blijkt is dat veel soorten van het halfnatuurlijke landschap met het veel extensievere beheer van o.a. uiterwaarden zijn achteruitgegaan en de afnemende waarde van het gebied voor moerasvogels doet de auteurs in het boek de noodklok luiden.