De visstand in de Friese meren is in vier jaar tijd gehalveerd. Een vierjarig onderzoek wijst uit dat de totale hoeveelheid vis is gehalveerd, maar dat het aantal soorten is toegenomen. Door afname van de hoeveelheid fosfaten en meststoffen in de Friese boezem wordt het water gestaag schoner. Dat is vooral te zien aan het Heegermeer en de Fluessen, waar het water zichtbaar helderder is. Naast Brasem is er een sterke afname van het aantal voorns en de Pos. Snoek en Baars nemen voorzichtig in aantal toe. Als de waterkwaliteit blijft verbeteren zullen deze soorten, evenals Zeelt, profiteren. In natuurgebieden als De Deelen, Rottige Meenthe, Nannewiid en Alde Feanen, waar het water het schoonst is, werd al veel Snoek, Zeelt en Aal aangetroffen. In totaal tellen de Friese meren en poelen 15 vissoorten. Behalve talrijke soorten zijn dat o.a. Kleine modderkruiper, Winde Driedoornige stekelbaars en beschermde soorten als Rivierdonderpad, Kroeskarper en Vetje.
Additional Metadata | |
---|---|
Twirre | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Fryske Feriening foar Fjildbiology |
onbekend. (2003). Actualiteiten. Twirre, 14(2), 72–72. |