De afgelopen vijftig jaar is het Friese landschap meer veranderd dan in de honderd jaar ervoor. En nog steeds gaat het snel. Gemeente na gemeente presenteert grote ontwikkelingsplannen, waarin nieuwe woonwijken, landelijk wonen, bedrijven en recreatie alle ruimte krijgen. De boer ruimt het veld en de natuur krijgt hier en daar een plekje toegewezen. Welke kant gaat het uit met het Friese landschap? Landschapshistoricus Meindert Schroor blikt vooruit. ‘Ja, mits’ – sinds de vaststelling in april 2004 van de Nota Ruimte het nieuwe planologische paradigma – moet gemeentebestuurders en projectontwikkelaars als muziek in de oren klinken. Eindelijk lijkt de ban op het verspreide bouwen doorbroken. Maar gaat Fryslân ook op Vlaanderen lijken? Afgelopen voorjaar ging de VROM-raad alvast op pad om de meningen in alle uithoeken van Nederland te peilen, onder andere in het Friese Wetsens. Het werd de raad uit deze en de andere discussiebijeenkomsten duidelijk dat het weliswaar fijn is dat het deksel op het verspreide bouwen is verwijderd, maar tevens dat aan verspreid bouwen minder behoefte blijkt te bestaan dan verwacht. De vraag komt grotendeels uit de onmiddellijke omgeving. Die is in Fryslân als regel dunbevolkt en bovendien weinig kapitaalkrachtig. Bij exclusieve woningbouwprojecten loopt het dan ook niet echt storm, zodat het met het ’ruimtevretende’ landgoedwonen, zoals onder andere bij Hempens voorzien, gelukkig wel wat meevalt.