Veel soorten steltlopers overbruggen twee keer per jaar grote afstanden tussen de broed- en overwinteringsgebieden. Het is onderzoekers opgevallen dat soorten die op hoge breedtegraden rond de Noordpool broeden, buiten het broedseizoen in het algemeen op zout water te vinden zijn. Terwijl soorten die zuidelijk van de toendra’s broeden tijdens de trek en in de winter voornamelijk op zoet water verblijven. Uit onderzoek is ook gebleken dat bij op zout water overwinterende steltlopers de verschillen in zomer- en winterkleed groter zijn, de orgaanflexibiliteit groter is (van belang voor lange-afstandsvluchten), de genetische variatie vaak kleiner is en het immuunsyteem minder goed functioneert.