Tusken Murns en Moddergat natoertynge út ’e provinsje

In april is het voorkomen van Friese Dassen in kaart gebracht. Dit gebeurde door het tellen van de burchten. Uit onderzoek van onder meer Thomas Bleeker kon al geconcludeerd worden dat het verspreidingsgebied van de Dassen in elk geval in Zuidoost-Fryslân de laatste jaren was uitgebreid en dat de aantallen waren toegenomen. Maar de laatste jaren ontbraken structurele tellingen en dus werd het hoog tijd voor een integrale inventarisatie. Het project is een samenwerking van de provincie met Staatsbosbeheer en It Fryske Gea. Onder leiding van Hans Pietersma, Sjoerd Bakker en Emiel Beijk zijn op 7, 14, 15 en 22 april in respectievelijk de omgeving van St. Nicolaasga, Gaasterland en Zuidoost-Fryslân de burchten van Dassen in kaart gebracht. In totaal waren daarbij meer dan 40 vrijwilligers betrokken. Naast een ’update’ van de situatie van bekende dassen burchten werd ook een aantal nieuwe locaties gevonden. Het rapport hierover verschijnt deze zomer, maar de voorlopige en voorzichtige uitslag van het aantal burchten is al wel bekend: ongeveer 30 in Gaasterland, 6 rond St. Nicolaasga en circa 45 in Zuidoost-Fryslân. Dit zijn alleen de ‘hoofdburchten’, waarin familiegroepen leven en de voortplanting plaatsvindt. Het aantal zogenaamde ‘bijburchten’, waar vooral solitaire dassen leven, lag in de geïnventariseerde regio’s nog wat hoger.