Over de kleur van de poten van deze ruiter bestaat geen misverstand. De Engelsen noemen hem ‘Greenshank’, de Duitsers ‘Grünschenkel’ en de Friezen ‘Grienskonk’. De 'groenpoot' is zo groot als een Grutto en daarmee de grootste van de ruitersoorten, de zogenaamde ’tringa’s’. Het geluid doet sterk denken aan dat van de Tureluur. De soort broedt in vrijwel heel Scandinavië (Denemarken uitgezonderd). Van daaruit loopt het broedgebied in een brede strook door heel Siberië naar het oosten. Ook broedt de soort in Schotland.