V.A De zandmier van Mauretanië

In de Sahara komen gebieden voor waar het midden op de dag meer dan 70°C is. Geen gebied waar je nog enig dierlijk leven zou verwachten. Toch blijkt dat dit stukje natuur nog allerlei leven huisvest. Eén daarvan is de zandmier, althans in het Frans fourmi de sable geheten (Cataglyphis bombycina). Deze mier kan in het extreme Sahara-klimaat overleven dankzij een dichte pubescentie, die het lichaam bedekt met een zilverachtige zijdeglans. Hierdoor wordt een groot deel van de zonnestralen weerkaatst en neemt de mier betrekkelijk weinig warmte op. Voorts staat de mier zeer hoog op de poten vergeleken met onze mieren (3 mm boven de grond), zodat ook minder warmte wordt opgenomen van de hete bodem. Desondanks moet ook C. bombycina slechts kort buiten het nest verblijven om niet te bezwijken aan de hitte. Daarom loopt hij zeer snel, circa 1 meter per seconde, tijdens zijn zoektocht naar prooi. Hij doet dit niet op koele momenten, als de prooidieren ook actief zijn, maar juist als het erg warm is, bij een temperatuur van 46,5 – 53,6°C. Het voordeel hiervan is dat prooidieren die niet tijdig beschutting hebben gevonden dan versuft buiten liggen en zonder noemenswaardige weerstand door C. bombycina gevangen kunnen worden. Deze moet echter niet langer dan 11 minuten buiten het nest blijven om zelf niet te bezwijken aan de hitte.