2002
Zieke Rosse Woelen in het vijlenerbos
Publication
Publication
Zoogdier , Volume 13 - Issue 1 p. 28- 28
In de maand augustus 2001 heeft de Zoogdieren werkgroep van de JNM Nederland weer een kamp georganiseerd in Zuid-Limburg met als doel de populatie grote bosmuizen in een deel van het Vijlenerbos te onderzoeken. Het vangen van grote bosmuizen was zeer succesvol en de rosse woelmuis was zeer goed vertegenwoordigd. Na een aantal dagen begonnen we rosse woelmuizen te vangen die er gehavend uitzagen en er was zelfs een sterfgeval. Naarmate het onderzoek vorderde, vingen we steeds meer rosse woelmuizen met kale plekken en ziekteverschijnselen. Uiteindelijk vingen we in totaal vierenveertig rosse woelmuizen waarvan negentien mannelijk, vijfentwintig vrouwelijk en tweeëntwintig zieken (niet meegeteld in het totaal). Door het hoge aantal zieken hebben we de ziekte in verschillende stadia kunnen waarnemen en ook een aantal muizen van kaal tot dood kunnen volgen, al kunnen we er niet absoluut zeker van zijn dat het hier steeds hetzelfde individu betrof. Dit doordat we de muizen markeerden door het wegknippen van een plukje vacht. Uiteindelijk hebben we het vermoedelijke ziekteverloop kunnen vaststellen: De muis krijgt kale plekken, beginnend op het achterlijf. Binnen een aantal dagen wordt de muis dan sloom en begint verlammingsverschijnselen te vertonen aan de achterpoten. Ondanks de verlamming lijkt de muis volledig bij bewustzijn, want eenmaal vrijgelaten probeert hij te vluchten. Hij kan echter alleen maar trage rondjes draaien, de achterpoten achter zich aanslepend. Als de verlamming eenmaal is opgetreden, sterft de muis binnen enkele uren.
Additional Metadata | |
---|---|
Zoogdier | |
CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken") | |
Organisation | Zoogdiervereniging |
Machiel van Veen. (2002). Zieke Rosse Woelen in het vijlenerbos. Zoogdier, 13(1), 28–28. |