Op 16 april 2002 werd tegen de avond een dode das gevonden bij de voormalige vuilnisbelt van Beverwijk, nu een natuurgebiedje aan de oostkant van het dorp. Dat is opmerkelijk, omdat onze grootste marterachtige nog nooit zo ver westelijk is aangetroffen. Er is één voorganger die al wel een eind in de richting was gekomen: een das die op 2 april 1989 in het zuiden van Amsterdam langs de oprit van de A10 bij de RAI werd opgeraapt. Verder zijn geen waarnemingen bekend uit Zuid- en Noord-Holland, afgezien uiteraard van de populatie die in het Gooi leeft. Bij zo'n vondst moet je jezelf altijd afvragen of de das uit zichzelf die plek bereikt heeft, of dat hij een handje geholpen is door de mens. Het dier zou bijvoorbeeld opzettelijk kunnen zijn neergelegd door iemand die een leuke waarneming wil (laten) doen, of die de natuurlijke kwaliteiten van een gebied wil opkrikken ("ook de das komt hier voor"). Maar ook kan een westerling ergens in het oosten langs de weg een dode das hebben opgeraapt om hem op te laten zetten, maar daar later weer van hebben afgezien. Het eenvoudigst is dan natuurlijk om het lijk weer langs de weg te dumpen.
Additional Metadata | |
---|---|
Zoogdier | |
CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken") | |
Organisation | Zoogdiervereniging |
onbekend. (2002). Waarnemingen. Zoogdier, 13(3), 31–31. |