De onlangs afgetreden staatssecretaris voor Natuurbeheer heeft de Raad voor het Landelijk gebied een advies gevraagd over het soortenbeleid. Dit advies is een antwoord op de conflicten tussen economie en ecologie, op de vertragingen die ontstaan wanneer er een zeldzame soort wordt ‘ontdekt’ op een plaats waar woningbouw, bedrijventerreinen of een weg gepland wordt. Dat is ook waar de titel op slaat: het is beter deze conflicten te voorkomen. De Raad constateert dat het doel van het beleid, het in stand houden van de soorten die hier in 1982 bij het ratificeren van het verdrag van Bern aanwezig waren, goed is geformuleerd en in wetten en regels is vastgelegd. De uitvoering van het beleid is echter slecht geregeld. De Raad noemt een aantal problemen bij de uitvoering, onder andere onvoldoende capaciteit bij de lagere overheden voor integrale planning en het te lage tempo van het opstellen van soortbeschermingsplannen en van het nemen van maatregelen. Als maatregelen tenslotte worden genomen, zijn zij daardoor duurder en minder kansrijk. Het gehannes rond de hamster is hiervan een duidelijk voorbeeld. En, tenslotte is er het probleem, dat we te weinig weten over de aanwezigheid van soorten. Gemeenten en anderen kunnen in hun plannen geen rekening houden met zeldzame dieren en planten, doordat ze de verspreiding van die soorten onvoldoende kennen. Het advies is dan ook, dat er meer kennis verzameld en gepubliceerd dient te worden, vooral over de verspreiding.