Op 7 en 8 september 2002 vond op het RUCA te Antwerpen het symposium "Knaagdieren: bedreigd of een bedreiging?" plaats. Dit Vlaams-Nederlands symposium werd georganiseerd door Natuurpunt Studie, IBW, Alterra, RUCA en VZZ, ter ere van het 50-jarig bestaan van de VZZ (Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming). In totaal namen 122 wetenschappers en amateurs deel, 78 uit Vlaanderen en 44 uit Nederland. Op zaterdagvoormiddag luisterden 108 deelnemers naar voordrachten over knaagdieren die een bedreiging kunnen vormen voor de mens, inheemse planten en dieren, huisdieren, infrastructuur en landbouwgewassen, namelijk Aziatische grondeekhoorn, muskusrat, bruine rat en beverrat. Ook de wetgeving rond knaagdieren kwam aan bod. In de na-middag was het de beurt aan de bedreigde knaagdieren, namelijk hamster, noordse woelmuis en hazelmuis. Daarna werd gesproken over de vooren nadelen van (her)introducties, met de bever – die bedreigd is, maar bij een eventuele toename in de toekomst een bedreiging kan vormen door zijn neiging om dammen te bouwen – als voorbeeld. Hierop volgde een interessante discussie tussen de voor- en tegenstanders van herintroductie. Hierbij werd o.a. aangehaald dat er in Vlaanderen mogelijkheden zouden zijn om plaatselijk bevers te herintroduceren, maar dat dit enerzijds tot overlast zou kunnen leiden, gezien het voorkomen van bebouwing. Ook zou zo een populatie gecreëerd kunnen worden die op zich ook geïsoleerd is. En zou dat niet zo zijn, dan kan men misschien beter wachten tot de bevers er vanzelf komen en meer aandacht (en geld) besteden aan dieren, zoals de hamster, die hier ook nog voorkomen maar waar dringend beschermingsmaatregelen voor getroffen dienen te worden. Anderzijds kan introductie ook gewenst zijn om te voorkomen dat de populatie bevers in de Dijle-vallei uitsterft, want zonder verdere bijplaatsing is deze populatie te klein om te overleven. Op de opmerking, dat we op het ogenblik vaak "dierentuintje" aan het spelen zijn door dieren uit te zetten zonder voldoende rekening te houden met de geschiktheid van het biotoop en met de genetische verschillen tussen lokale populaties, volgde een instemmend applaus vanuit de zaal. Een suggestie was ook om een lijst op te stellen van prioritair te beschermen zoogdieren, omdat de keuze voor het opmaken van soortbeschermingsplannen en het gevolg dat daaraan uiteindelijk gegeven wordt, nu vaak bepaald wordt door de "aaibaarheid" van de soort en de kans om er "politiek mee te scoren". Na deze discussie, die tijdens het avondeten nog verder werd voortgezet, volgde een voordracht over waarom sommige knaagdierensoorten nu eigenlijk een pest worden, terwijl andere amper kunnen overleven. Deze dag vol interessante informatie, discussies, nieuwe en hernieuwde contacten werd afgesloten met een leuke diareeks, waaruit bleek dat het begrip "knaagdier" zeer ruim geïnterpreteerd kan worden.