In een recent nummer van National Geographic Magazine staat een etnografisch artikel over het gebruik van grote zeeschelpen als muziekinstrument. In etnografische collecties, vooral in Japan maar ook elders (China), worden zulke exemplaren aangetroffen, waarvan een aantal foto’s zijn afgedrukt. Het bijzondere is dat op de lichtelijk aangebroken top van de schelp een metalen mondstuk (soms van zilver) is gemonteerd waardoor harder kon worden geblazen. Zulke voorwerpen werden niet of nauwelijks als een signaalhoren gebruikt maar hadden een ander doel. In combinatie met trommels en gongs werd daarmee in China ketelmuziek gemaakt dat naar oud bijgeloof diende om boze geesten te verdrijven. In Japan werd zo’n schelptrompet door krijgslieden gebruikt die dan gewapend met een lans en zwaard ten strijde trokken. De Japanse burgeroorlogen werden daarmee uitgevochten totdat één Japanse staat ontstond. Het was mij niet duidelijk of dit in die periode van lang geleden ook een rol speelde bij de strijd die leidde tot het ontstaan van de Chinese staat. De schelpen werden vermoedelijk opgevist in de Japanse wateren, maar of de slakken ook eerst werden gegeten maken de Japanse bronnen niet duidelijk. De schelpen bleven in ieder geval gaaf totdat de opening in de top werd gemaakt.